Waarom een historisch vooronderzoek?
Bij bouw- en infrastructuurprojecten is veiligheid cruciaal. Een Vooronderzoek Ontplofbare Oorlogsresten (VOO), ook bekend als historisch vooronderzoek, helpt bij het in kaart brengen van mogelijke explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Door de geschiedenis van een locatie te analyseren, kunnen risico’s worden ingeschat en passende maatregelen worden genomen.

Onze werkwijze
Archiefonderzoek – Grondige analyse van historische kaarten en rapporten.
Risico-inschatting – Beoordeling van mogelijke explosieven in de bodem.
Locatiescan – Identificatie van risicogebieden op jouw projectlocatie.

Wil je zeker weten of jouw bouwlocatie veilig is? Wij bieden deskundig onderzoek en advies om risico’s te minimaliseren en jouw project veilig te laten verlopen.

Neem contact met ons op voor een vrijblijvend advies!

Waar zijn wij actief?

Freyr voert explosievenopsporing uit in heel Nederland

Oorlogsresten in Groningen, Friesland en Drenthe

Er zijn in dit gebied nog steeds resten van oorlogen te vinden, zoals:

  • Niet-ontplofte munitie (UXO’s): Met name uit de Tweede Wereldoorlog zijn er nog bommen, granaten en kogels in de grond. Dit komt doordat er hevige gevechten waren, vooral in Groningen en Drenthe.
  • Bunkers en loopgraven: In Friesland en Groningen zijn nog enkele overblijfselen van Duitse verdedigingswerken, vooral langs de kust en bij strategische punten.
  • Crashsites van vliegtuigen: Tijdens WO2 waren er veel luchtgevechten en bombardementsvluchten. Er zijn verschillende neergestorte geallieerde en Duitse vliegtuigen in het gebied gevonden.
  • Tankgrachten en schuttersputten: Vooral in Drenthe en Friesland werden verdedigingslinies aangelegd, waarvan resten soms nog te zien zijn.

Tweede Wereldoorlog (1939-1945) in Noord-Nederland

Deze regio speelde een belangrijke rol in de oorlog:

Duitse bezetting (1940-1945)

  • In mei 1940 werd Nederland binnengevallen door Duitsland. In Groningen, Friesland en Drenthe was er weinig directe strijd bij de invasie, omdat Nederland zich snel overgaf.
  • De regio werd strategisch gebruikt voor luchtafweer, vliegvelden en transport.
  • De Duitsers bouwden verdedigingswerken langs de Waddenzee en bij de Afsluitdijk als onderdeel van de Atlantikwall.

Jodenvervolging en verzet

  • Kamp Westerbork (Drenthe): Dit was een doorvoerkamp voor Joden die naar concentratiekampen zoals Auschwitz en Sobibor werden gestuurd.
  • Onderduikers: Friesland en Drenthe waren belangrijke plekken voor onderduikers, omdat het platteland en de bossen goede schuilplekken boden.
  • Verzetsgroepen: Er was een actief verzet in Noord-Nederland, zoals de Knokploegen en de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers).

Slag om Groningen (April 1945)

  • De Canadezen bevrijdden Groningen in april 1945 na zware gevechten tegen de Duitsers en Nederlandse SS’ers.
  • Er was veel verwoesting, vooral in de binnenstad van Groningen.

Bevrijding van Friesland en Drenthe

  • Friesland werd grotendeels bevrijd zonder grote gevechten, vooral door de Friese verzetsgroepen en de Canadezen.
  • Drenthe werd in april 1945 bevrijd door geallieerde troepen, onder andere in gevechten bij Assen en Hoogeveen.

Oorlogsresten in Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland

In deze provincies zijn nog steeds resten uit de oorlog te vinden, zoals:

  • Niet-ontplofte munitie (UXO’s): Vooral in Zeeland en langs de kust liggen nog steeds oude bommen, granaten en mijnen uit WO2.
  • Atlantikwall-bunkers: De Duitsers bouwden een verdedigingslinie langs de kust, waarvan veel bunkers in Noord- en Zuid-Holland nog te vinden zijn.
  • Tankgrachten en versperringen: Deze werden door de Duitsers en Nederlanders aangelegd om invasies te vertragen.
  • Wrakken van schepen en vliegtuigen: Vooral in Zeeland en voor de Hollandse kust liggen nog wrakken van geallieerde en Duitse schepen en vliegtuigen.
  • Spookdorpen: Bijvoorbeeld Verschoven Dorpen in Zeeland die verdwenen door bombardementen en overstromingen.

Duitse Invasie (Mei 1940)

  • Slag om de Grebbeberg (Utrecht, Zuid-Holland nabij) – Een van de weinige zware Nederlandse verdedigingsgevechten tegen de Duitsers.
  • Rotterdamse bombardement (14 mei 1940) – De Duitsers bombardeerden het centrum van Rotterdam en dwongen Nederland tot overgave.
  • Slag om Zeeland – Nederlandse en Franse troepen vochten samen tegen de Duitsers, maar moesten zich uiteindelijk terugtrekken. Middelburg werd zwaar gebombardeerd.

Bezetting (1940-1945)

  • Atlantikwall – De Duitsers bouwden een verdedigingslinie langs de kust om een geallieerde invasie te voorkomen. Dit betekende bunkercomplexen en versperringen langs de stranden.
  • Verzet – In alle provincies was veel verzetsactiviteit, zoals de April-meistakingen (1943) en sabotageacties tegen Duitse spoorwegen.

Slag om de Schelde (Zeeland, 1944)

  • Doel: De geallieerden moesten de Schelde vrijmaken voor de bevrijding van België en Nederland.
  • Hevige gevechten: Canadese, Britse en Poolse troepen vochten tegen de Duitsers in Zeeland en op de Zuid-Hollandse eilanden.
  • Overstromingen: De Duitsers bliezen dijken op, waardoor grote delen van Zeeland onder water kwamen te staan.
  • Bevrijding van Zeeland: De geallieerden veroverden Walcheren en Schouwen-Duiveland na zware strijd.

Bevrijding van Nederland (1945)

  • West-Nederland werd als laatste bevrijd: Duitse troepen gaven zich op 5 mei 1945 over, maar voedseldroppings (Operatie Manna en Chowhound) hielpen al eerder de hongerende bevolking in Holland.
  • Rotterdam en Amsterdam werden pas na de Duitse capitulatie bevrijd.

Oorlogsresten in Gelderland en Noord-Brabant

Deze provincies hebben nog steeds restanten uit de oorlog, zoals:

  • Niet-ontplofte munitie (UXO’s): Vooral in gebieden waar hevige gevechten plaatsvonden, zoals Arnhem (Slag om Arnhem) en de Brabantse frontlinie.
  • Bunkers en loopgraven: Restanten van Duitse en Nederlandse verdedigingswerken, zoals de Grebbelinie in Gelderland en de Peel-Raamstelling in Noord-Brabant.
  • Tankgrachten en versperringen: Vooral bij de Maas en de Waal, waar de Duitsers linies opwierpen.
  • Wrakken van vliegtuigen en voertuigen: Veel geallieerde en Duitse vliegtuigen stortten neer, met name in de Betuwe en de Brabantse weilanden.
  • Spookdorpen en inundatiegebieden: Sommige gebieden werden door de Duitsers onder water gezet, zoals de Betuwe en delen van Noord-Brabant.

Tweede Wereldoorlog (1939-1945) in Gelderland en Noord-Brabant

Deze regio’s waren cruciaal vanwege de strategische ligging bij rivieren en doorgangen naar het westen van Nederland.

Duitse invasie (Mei 1940)

  • Slag om de Grebbeberg (Gelderland, 11-13 mei 1940): De Duitsers braken na zware strijd door de Nederlandse linies bij de Grebbeberg, onderdeel van de Grebbelinie.
  • Slag om de Peel-Raamstelling (Noord-Brabant, 10-11 mei 1940): De Duitsers vielen aan en braken snel door deze verdedigingslinie.
  • Bombardement op Rotterdam en capitulatie (14 mei 1940): Na het bombardement gaf Nederland zich over, en ook Gelderland en Noord-Brabant kwamen onder Duitse controle.

Bezetting (1940-1944)

  • Duitse militaire aanwezigheid: De strategische ligging zorgde voor veel Duitse troepen en verdedigingswerken, zoals bruggen bij Nijmegen en Eindhoven.
  • Jodenvervolging: In Brabant en Gelderland werden veel Joden gedeporteerd, vaak via Kamp Vught.
  • Verzet: In de bosrijke gebieden en steden waren veel verzetsgroepen actief, zoals de verzetsgroepen in de Achterhoek en de Biesbosch.

Slag om Arnhem (Operatie Market Garden, 17-26 september 1944)

  • Doel: Geallieerde parachutisten moesten bruggen veroveren om snel Duitsland binnen te vallen.
  • Zware gevechten: Britse troepen landden bij Arnhem, maar werden omsingeld door de Duitsers. De Slag om Arnhem mislukte, en de Rijnbrug bleef in Duitse handen.
  • Gevolgen: Arnhem werd zwaar verwoest, en duizenden burgers vluchtten. De Betuwe werd een oorlogsgebied.

Bevrijding van Noord-Brabant (Operatie Pheasant, Oktober 1944)

  • Slag om Eindhoven (Operatie Market Garden, 17 september 1944): Geallieerden bevrijdden Eindhoven, maar werden bij Son opgehouden door de vernietigde brug over het Wilhelminakanaal.
  • Slag om ’s-Hertogenbosch (23-27 oktober 1944): De Britten bevochten de Duitsers in straatgevechten en bevrijdden de stad.
  • Zware gevechten in West-Brabant: Breda en Tilburg werden bevrijd door Poolse troepen.

Bevrijding van Gelderland (April 1945)

  • De Betuwe werd het front: Na Market Garden werd de Betuwe een oorlogsgebied met maandenlange gevechten.
  • Bevrijding van Nijmegen en Arnhem: In maart en april 1945 vielen de geallieerden opnieuw aan en bevrijdden de steden.
  • De Achterhoek werd bevrijd: In april 1945 vielen Canadese troepen de Achterhoek binnen en verdreven de laatste Duitsers.

Belangrijke oorlogsplekken en restanten

  1. Grebbelinie (Gelderland) – Restanten van de Nederlandse verdediging tegen de Duitsers.
  2. John Frostbrug (Arnhem) – Bekend van de Slag om Arnhem, vernoemd naar de Britse commandant John Frost.
  3. Kamp Vught (Noord-Brabant) – Voormalig concentratiekamp waar duizenden Joden, verzetsmensen en politieke gevangenen werden vastgehouden.
  4. Oorlogsmuseum Overloon (Brabant) – Groot museum over de Slag bij Overloon en Market Garden.
  5. Oorlogsgraven in Oosterbeek (Gelderland) – Britse begraafplaats voor gesneuvelde soldaten uit de Slag om Arnhem.
  6. Brug bij Nijmegen (Gelderland) – Cruciale brug tijdens Market Garden.
  7. Breda en Tilburg (Noord-Brabant) – Bevrijd door Poolse troepen onder leiding van generaal Maczek.

Oorlogsresten in Overijssel en Flevoland

In deze provincies zijn nog steeds oorlogresten te vinden, zoals:

  • Niet-ontplofte munitie (UXO’s): Vooral in Overijssel, waar zware gevechten plaatsvonden in 1945, liggen nog bommen, granaten en kogels.
  • Wrakken van vliegtuigen: Veel geallieerde en Duitse vliegtuigen zijn in Overijssel en het IJsselmeer neergestort.
  • Bunkers en loopgraven: Voornamelijk langs de IJssel en strategische punten in Overijssel.
  • Tankgrachten en versperringen: Restanten van Duitse verdedigingswerken.
  • Vliegtuigwrakken in Flevoland: Omdat Flevoland in WO2 nog grotendeels water was (Zuiderzee), liggen er veel vliegtuigwrakken op de bodem en in de drooggelegde polders.

Tweede Wereldoorlog (1939-1945) in Overijssel en Flevoland

Deze regio’s speelden een belangrijke rol in WO2, vooral in de bezetting en bevrijding.

Duitse Invasie (Mei 1940)

  • Overijssel werd snel bezet: Er vonden weinig gevechten plaats, omdat Nederland zich snel overgaf na het bombardement op Rotterdam.
  • Bruggen over de IJssel: Duitse troepen veroverden snel de bruggen bij Deventer en Zwolle om hun opmars naar het westen van Nederland te versnellen.
  • Flevoland bestond nog niet: Dit gebied was in WO2 grotendeels water (Zuiderzee).

Bezetting (1940-1945)

  • Jodenvervolging: In Overijssel werden Joodse inwoners opgepakt en gedeporteerd, onder andere via Kamp Westerbork.
  • Verzet en onderduikers: De bossen en plattelandsgebieden van Overijssel boden veel schuilplaatsen voor onderduikers en verzetsgroepen.
  • Vliegroutes en crashsites: Overijssel lag onder belangrijke geallieerde vliegroutes. Veel vliegtuigen stortten hier neer, bijvoorbeeld bij Raalte, Twente en de IJssel.
  • Atlantikwall en Duitse verdediging: Hoewel de Atlantikwall vooral langs de kust lag, hadden de Duitsers in Overijssel strategische verdedigingswerken bij rivieren en spoorwegen.

Slag om Overijssel (April 1945)

  • Bevrijding door de Canadezen: In april 1945 rukten Canadese en Britse troepen op door Overijssel.
  • Slag om Zwolle (13 april 1945): De stad werd bevrijd door Canadese troepen, onder leiding van de Franse-Canadese soldaat Léo Major, die bekend werd omdat hij de stad vrijwel alleen bevrijdde.
  • Gevechten bij Deventer en Hengelo: Deze steden zagen hevige strijd voordat ze werden bevrijd.

Flevoland en WO2

  • Neergestorte vliegtuigen: Omdat de polder pas na WO2 werd drooggelegd, liggen er nog veel wrakken van vliegtuigen in de bodem.
  • Opgespoorde vliegtuigen: Regelmatig worden in Flevoland resten van neergestorte vliegtuigen gevonden, met vaak nog menselijke resten erin.
  • Atlantikwall bij de dijken: De Duitsers bewaakten de Afsluitdijk en de dijken in Noord-Holland, die invloed hadden op de toegang tot het IJsselmeer.